De 1e vergadering voor mij van Arjati is heel prettig verlopen;
Hoewel “vreemde gezichten” heerste er toch een ons kent-ons-sfeer, Indische gastvrijheid……..
Maar, toen dhr. X begon te huilen, zat iedereen eendrachtig “machteloos”. Oud zeer, kennen we dat niet allemaal wel, ieder op zijn/haar eigen manier en met ieders eigen motief?
Ieder van ons draagt dat oud zeer met zich mee, omdat je bent weggerukt uit die moederschoot; de één houdt het binnen, de ander uit het door praten, huilen, bewaren/verzamelen van bijv. voorwerpen, wat toch, hoe triest ook – Cultureel Erfgoed – vormt.
Als ik denk aan iemand, die dan ook nog eens net als ik in Surabaja geboren is, maar hier de ogen heeft gesloten, ver van “die moederschoot”, waar je – ondanks alle ellende – nog een jeugd hebt gehad om met trots op terug te kijken, is dat alles dan de moeite waard geweest, vraag ik me soms af? Ja en Neen.
Ja, omdat we nu dus werken aan dat verleden wat ook onze toekomst was en wat vooral de toekomst van ons nageslacht moet worden en
Neen, omdat , als wij niet weg hoefden, het vanzelfsprekend over zou gaan van generatie-op-generatie en je uiteindelijk daar, waar je geboren bent, je ogen ook sluit: in de warmte die voor jouw lichaam zo bekend is, tussen de mensen, die je altijd omringden, op een manier zoals daar gebruikelijk is(was).
Je neemt dan geen afscheid van die moederschoot, integendeel, je keert erin terug! Nou ja, het kon niet anders en wij zijn nu op een leeftijd, dat we zo gauw mogelijk moeten zorgen, dat dat rijke verleden wordt vastgelegd en vooral wordt doorgegeven, want zelfs docenten zijn nooit te oud om wat te leren.
Ik ben blij, dat deze Stichting in het leven is geroepen en ik zou een ieder ( met een koloniale achtergrond) aanbevelen, contact te zoeken met Stichting Arjati, zeker de jongeren onder ons. Ze(g)t het voort!