Onlangs overleed Mevrouw Carla Meek-Eijsma. Geen onbekende in de wereld van het het Indisch en Indonesisch erfgoed. Zo ook geen onbekende voor Stichting Arjati. Ook wij staan graag even stil bij de persoon Carla Meek en nemen u mee in twee persoonlijke ervaringen.
De oude dame is dood
In 2006 leerde ik haar kennen. Ik zag een oude Indische dame in een rolstoel. Zij was uiterst geanimeerd aan het praten in een microfoon voor een lokaal radio- of t.v. programma. Nu weet ik niet meer wat het onderwerp was; wel herinner ik me haar uitstraling. Ik dacht: die oude dame wil ik wel leren kennen. En zo ben ik haar altijd blijven noemen: “de oude dame”.
Ze was 23 jaar ouder dan ik. Het feit dat ook ik Indisch ben versnelde onze kennismaking en intensiveerde ons contact. Ze nodigde me uit voor de zevende lustrumviering van SCI-INN, het Sociaal Instituut – Indonesië Nederland. Dat feest vond plaats in het Cultureel Centrum in Zundert waar zij sinds eind jaren negentig woonde. Ze was ‘niet meer zo mobiel’ zoals ze het noemde, kon zich alleen per rolstoel bewegen. Maar haar geest was onophoudelijk in beweging. Steeds weer bedacht zij nieuwe plannen om het doel van haar stichting te dienen: “ in de meest ruime zin informatie verstrekken en/of financiële ondersteuning te geven aan projecten op sociaal, cultureel en educatief gebied te bewerkstelliging en bevordering van optimale communicatie en intensivering van contacten tussen personen, groepen van personen en corporaties in Nederland enerzijds en Indonesië anderzijds.”
En vaak reageerde zij na een vergadering met een heel persoonlijke, soms getekende boodschap.
Enthousiast reageerde zij op het werk van mijn dochter en Indonesische schoonzoon dat met hun Theater Lakon precies aansloot bij haar wens van samenwerken tussen Nederlandse, Indische en Indonesische mensen. Bij de première van de voorstelling Paman Doblang zat zij stralend op de eerste rij.
Er volgden meer projecten waarin wij – met ook mijn man Jan Smeets- samenwerkten, zoals een kleine cursus voor Brabantse poppenspelers. Met wayang golek-poppen die in Indonesië speciaal voor Carla waren gemaakt werd een begin gemaakt voor het plan om de legende Loetoeng Kesaroeng op het podium te brengen.
In 2016 nog interviewde ik haar voor mijn boek Gedragen doeken. Verhalen in batik. Voor haar was dat aanleiding om te vertellen over wat zij wist van batik, maar liever praatte ze over het leven in het vooroorlogs Nederlands-Indië. En altijd boog ze het onderwerp van gesprek naar weer een nieuw plan om iets te doen aan het contact tussen Indonesië en Nederland.
Zij is vele malen geïnterviewd, onder andere over haar werk in de jaren vijftig toen ze werkte voor het CCKP (Centraal Comité van Kerkelijke en Particulier initiatief voor de Sociale Zorg ten behoeve van Gerepatrieerden). Met groot plezier kon ze nog spreken over haar bijdrage aan het werk aan minister Marga Klompé.
Carla zette zich decennia lang in voor het materieel èn immaterieel welzijn van Indische Nederlanders. Graag had zij haar levensverhaal op papier gezet, maar daarvoor had ze – naar eigen zeggen – geen tijd. Ik zie uit naar iemand die daarvoor de tijd wil nemen. Voor mij was zij de oude dame die inspiratie gaf. Haar biografie zal ook anderen kunnen inspireren.
Liesje de Leeuw
Geen berg te hoog
Mijn eerste kennismaking met mevrouw Carla Meek-Eysma was in 2007. Een vrouw met een missie, wat ze o.a. probeerde met haar organisatie Sci-Inn (Stichting Sociaal Cultureel Instituut Indonesië – Nederland) te verwezenlijken. Graag wil ik één van haar projecten eruit lichten, waar zij heel trots op is. Het project van het Mini Indisch Huis.
Een Indisch poppenhuis naar het ontwerp van Lous Huber Ashmoneit waar ze een plek voor zocht. En deze plek vond ze in Raffy. Maar voordat het naar Raffy kwam, werd het huis gerestaureerd en zorgde Raffy ervoor dat het op een verrijdbare tafel, met glazen beschermplaten kon staan. Wat was ze blij met het resultaat. En gerust gesteld dat ‘haar’ huis een veilige plek heeft gevonden. Tijdens de plaatsing van het huis werd het officieel door haar gedoopt als Tempat Senang. Een veilige plaats waar herinneringen opgehaald worden en cultuuroverdracht als vanzelf gaat.
Naast dit project waren er vele andere projecten die mevrouw Meek initieerde om de Indische en Indonesische cultuur over te brengen, te borgen en te verbinden. En iedere keer vond ze partners, die samen met haar aan de slag gingen om haar ideeën te verwezenlijken. Toen in 2009 Stichting Arjati opgericht werd om o.a. de Indië Herdenking 15 Augustus in Breda te borgen, zag mevrouw Meek kansen om met Stichting Arjati allerlei nieuwe projecten te ontplooien. De ideeën van mevrouw Meek waren echter voor Stichting Arjati als kleine vrijwilligersorganisatie helaas te groots om samen op te pakken. Ondanks dat is het contact gebleven, zagen we elkaar op bijzondere momenten en hadden we af en toe telefonisch contact. Meestal toch weer brainstormend over het Indisch erfgoed. In de laatste gesprekken echter werd er veel gesproken over haar afnemende gezondheid, maar zo strijdlustig als ze was wilde ze de eigen regie tot op het einde toe niet uit handen geven.
Op maandag 17 oktober hebben wij afscheid genomen van mevrouw Meek. Dank u wel voor uw inspiratie, het delen van uw ervaringen en dat u ons het gevoel gaf dat ieder van ons een bijzonder persoon is. Terima kasih banjak dan selamat jalan.
Magda Wallenburg