‘Er staat iemand aan de deur,’ begint Ernst Jansz te zingen. En er stond niet alleen iemand aan de deur maar er stonden een heleboel bezoekers aan de deur van theater De Regentes in Den Haag. Ook ik, Charlene Vodegel als vrijwillig bestuurslid van Stichting Arjati was één van die bezoekers.
De voorstelling Gideons droom en andere Indische sprookjes heeft veel bezoekers aangetrokken. Het theaterprogramma begon om 20.15 uur op 30 januari 2016. Bezoekers die wilden beginnen met een Indische maaltijd, konden zich hiervoor aanmelden. Er stond een Indisch buffet klaar, met niet te vergeten de kroepoek en de sambal erbij. Tijdens het eten werd het publiek vergezeld door een gamelan orkest. Die Javaanse klanken brachten je eventjes naar een moment, ergens naar een huis van de sultan in Yogyakarta. Die gamelan en krontjong klanken waren het voorspel van de krontjongversies van de mooiste liedjes van Ernst Jansz. Richard Wallenburg en Guus Paat gaven muzikale ondersteuning aan dit theaterstuk en Aili Deiwiks maakte het geheel af met haar vioolklanken.
De voorstelling begon, terwijl de bezoekers werden onthaald met de geur van wierook. Vervolgens stapte je zo in het verhaal van de muzikant Ernst Jansz. Al zingend en vertellend wandelde deze Indische muzikant het verleden binnen en deelde dit met het publiek. Tijdens het zingen door, vertelde Ernst Jansz Indische sprookjes aan de bezoekers van deze theatervoorstelling met een Indisch tintje. Het mysterieus verhaal sloot hij af met het fluiten op een bamboefluit, dat samen ging met kleurrijke verschijnselen die performer Shelly Lapré uitbeeldde in een dans- licht en schaduwspel. Zij liet het publiek nog verder wanen in dat ene sprookje.
‘Zijn vader heeft zijn eerste liefde moeten achterlaten in Nederlands-Indië; hij wilde studeren in Nederland. Maar al gauw heeft deze Indische vader de kans gegrepen om de wals aan te gaan met een Nederlandse vrouw, de moeder van Ernst Jansz.’ Vervolgens zong Ernst Jansz verder met een ballade van Nina Bobo. Er zijn veel Indische liedjes die voor elke Indische familie weer haar eigen betekenis hebben. Voor de ouders van Ernst Jansz werd Nina Bobo het liedje dat symbool stond voor het begin van hun liefdesverhaal. Daarna werd Nina Bobo een mooie herinnering in het bejaardentehuis waar Ernst Jansz zijn moeder dit lied ten gehore bracht en zij dit mooi kon meezingen ‘Oh Nonni nonni manis, Nina bobo’.
De laatste tijd luister, kijk en denk ik meer na over de Indische verhalen. Het land Nederlands-Indië dat niet meer bestaat. Maar door deze voorstellingen , lezingen en bijeenkomsten te volgen, geeft het mij steeds meer een beeld wat dat leven inhield, hoe de mensen met elkaar omgingen en hoe wij als Indische mensen zijn gevormd in Nederland.
Net zoals Ernst Jansz vertelde, hoe hij voorzichtig kennis maakte met het land van zijn vader. Hij sloeg het aanbod om naar India te reizen met een vriend niet af, dit betekende voor deze Indische muzikant toch stiekem een voorproefje naar het ontdekken van het land van zijn vader Nederlands-Indië. Je slaat het op in je herinnering, je gaat naar die plek maar het is toch anders. Indonesië, is toch een ander land geworden. ‘In het land van mijn vader, ook daar zal ik een vreemdeling zijn, Rumah saya, dimana?’ zong hij verder.
Wie nieuwsgierig is geworden en nog graag dit theaterprogramma zelf wilt gaan bekijken, dan kan dat op 4 maart 2016 in Schouwburg & Philharmonie Haarlem en op 21 april 2016 in Theater en Congrescentrum Hanzehof in Zutphen. Zie verder op www.ernstjansz.com
Tekst en fotografie: Charlene Vodegel
Meer informatie
Ernst Jansz vertelt dat hij de krontjong klanken, heerlijke muziek vindt. Hij is hier echt over te spreken. Hij geeft een oosterse uitvoering aan zijn eigen liederen.Theaterprogramma Gideons droom is de titel van zijn boek dat in 1983 uitkwam. Dat is een jongen dat in Amsterdam woont en die daar een vriendin heeft die erg lief voor hem is en zorgzaam. Maar hij zakt weg in een soort van apathie, in een soort van wanhoop. Hij brengt zijn tijd door in bed liggen en dromen. Hij droomt van het land in het Oosten en denkt zich wel meer thuis te voelen in dat land dan in Amsterdam. Het verhaal van dissertatie tussen Oost en West. Het verhaal van zijn geliefde die hem probeert te bereiken maar wat niet lukt. Het is mijn eigen verhaal uiteraard. Het ontroerde mij om die jongen te herkennen die ik zelf was. Die jongen die toch wanhopig op zoek is naar zijn eigen identiteit. Wanhopig iets van het leven probeerde te maken terwijl het eigenlijk niet lukte. Ik herkende mij opeens daarin , ik was vergeten dat ik zo was, maar ik ben wel zo geweest. Achteraf ontroerde het mij van, oh zo stond ik in het leven.